van maandag tot vrijdag

Maandag

Ik ging naar school met de fiets. Gerben was jarig geweest, dus hij ging trakteren.
Hij had een negerzoenenschieter mee. Dat is een soort sjoelbak, maar dan zijn de hokjes voor de punten er niet bij. In plaats daarvan had hij een stok met een klein bakvormpje, een elastiek voor de spanning en een potloodje om te ondersteunen.
Hoe het werkt, is dat je een sjoelsteen tegen het potloodje schuift en dan schiet hij de negerzoen af. Die moet je dan proberen te vangen.
Toen gingen we buiten spelen. Ik ging voetballen. Na de pauze gingen we oefenen voor de bonte avond tot 14:15 uur, toen gingen we in de eindkring en naar huis.

Dinsdag!!!!!!!!!!!!!

We gingen op kamp!!!
Er stond een hevige wind, maar we hebben het wel gehaald. De eindbestemming was super-duper mooi. Het was een oud gebouw en we hadden een schaakbord, een volleybalveld, een sjoelbak en een voetbaltafel.
We zijn 's middags gaan kanoën met de hele groep. Dat was heel leuk. We deden een avondspel: "Dodelijke bliksemstraal". Dat gaat zo: Er is een jongen/meisje, die heeft een kaarsje dat aanstaat en een zaklamp. Andere kinderen moeten proberen het kaarsje uit te blazen. Degene die de zaklamp heeft, moet ervoor zorgen dat het kaarsje aan blijft. Wanneer ze met de zaklamp op iemand schijnt, is dat kind af. Dat hebben we veel gedaan. Toen gingen we weer terug en we dronken warme chocolademelk bij de open haard en we vertelden elkaar een verhaal. Toen gingen we slapen.

Woensdag


Toen ik wakker werd zag ik mijn kamergenoten Liam, Kasper, Merlijn, Baruch, Giel en Thomas. Opeens hoorden we "Lang zal ze leven". Dat was voor Anne Lieke,want ze was vandaag jarig. Op kamp! Bijzonder hè? Ik moest vroeg uit bed, want ik had corvee. Ik moest de tafel dekken. Niet alleen, ook met andere kinderen. Toen iedereen aan tafel zat, begonnen we met "aanvallen". Wel met een yel: "Hap, hap, happerderhap, bik, bik, bikkerderbik, aanvallen! Eet smakelijk!" We gingen naar de zeehondencreche in Pieterburen. het leukste vond ik om onder water te kijken naar de zeehondjes.
Ze waren super schattig. Ik heb een hele grote berg met visnetten gezien. Ik heb ook in een houten kooitje gezeten, waar de zeehondjes mee vervoerd worden.
We zijn ook naar een wadexpert geweest. HIj vertelde over de dijken. Groningen was vroeger veel kleiner. Er was ook een hele grote speeltuin, daar gingen we in spelen.
We mochten niet in de woonkamer komen, omdat daar de bonte avond werd voorbereid. Toen ging ik mijn vissenpak aan doen. Hèhè, eindelijk mochten we naar binnen, wat was het mooi! Er kwamen allemaal toneelstukjes. De ene was grappig, de ander mooi. Het was super leuk om te zien. Het was een hele leuke avond.

Donderdag

We fietsten terug naar school. We hadden 3 kwartier pauze. Toen was er een hele grote speeltuin. Ik ging op de schommel en vaak op de kabelbaan. Toen gingen we verder fietsen. We moesten een hele grote brug over. We gingen heel snel naar beneden. Even later lag de ketting van de fiets van Giel eraf. Hij had hem binnen 10 seconden weer gemaakt. Toen gingen we verder fietsen. We maakten een omweg. Na lang fietsen kwamen we precies om half 3 aan bij school.

Vrijdag

Lekker uitslapen, want we hoefden pas om half 11 op school zijn.
Je mocht een beeldverhaal, een fotoverslag of een dagboek schrijven van het kamp.
Ik koos een beeldverhaal, daarin moesten we allemaal tekeningetjes maken op een groot papier. Bij een fotoverslag moesten we allemaal kleine tekeningetjes maken op kleine papiertjes. Bij dagboek moest je schrijven over het kamp op lijntjespapier.
Om half 3 mocht ik naar huis en was de week alweer afgelopen.

Ruben